> DUBBELINTERVIEW
De ene ‘kapitein’ maakt plaats voor de andere
Na vijftien jaar verlaat Erwin Cramer het bestuursbureau van het Bedrijfspensioenfonds voor de Koopvaardij. Het bestuursbureau is de ogen en oren van het bestuur, en zorgt ervoor dat het bestuur op een goede manier beslissingen kan nemen. Per 1 januari 2024 heeft Erwin het directeursstokje overgegeven aan René Hamstra. Op 1 september vertrekt hij dan echt. Samen blikken ze terug en kijken ze vooruit. Een tandem, zo omschrijven Erwin Cramer (64, links op de foto) en René Hamstra (52, rechts) hun samenwerking en de overgang van de ene directeur naar de andere. Tot 1 januari zat Erwin voor op de tandem en keek René mee over zijn schouder. Sinds begin 2024 is het andersom: René zwaait de scepter en Erwin assisteert en adviseert waar nodig en mogelijk, tot 1 september. René: “Het is heel prettig dat ik nog zo lang een beroep kan doen op zijn kennis, expertise en ervaring. Ik heb eerst op het trainingsveld kunnen oefenen, daarna op het hoofdveld meegevoetbald en per 1 januari ben ik de scheidsrechter, de baas van het veld.” Ook Erwin is blij met de manier waarop de overgang plaatsvindt. “Het gaat heel organisch. Het is net de Dikke en de Dunne: de een geeft aan en de ander maakt af. We voelen elkaar feilloos aan. Het loopt goed, we hebben alles onder controle.” Erwin is blij dat René degene is die zijn plek overneemt. “Hij is de juiste persoon voor deze baan: voor de verbinding met de mensen en voor de ervaring met de koopvaardij. Dus voor het fonds is dit een hele goede keuze.” Iets vinden Ze kennen elkaar al achttien jaar en gingen nauw samenwerken vanaf 2009, toen Erwin het bestuurs-bureau opzette. René werkte destijds bij MN, het bedrijf dat tot voor kort de pensioenuitvoering deed voor het fonds – waarover later meer. In juli 2022 stapte René over naar het bestuursbureau. “Ik kwam binnen als manager risicobeheer, audit en compliance en ik was privacy officer van het fonds. Daarvoor werkte ik 26 jaar bij MN. In mijn eerste anderhalf jaar op het bestuurs-bureau heb ik geleerd dat het fonds van binnenuit anders werkt dan toen ik aan de uitvoeringskant zat. Kort voorbeeld: toen ik bij MN werkte, leverden we een notitie in bij het bestuursbureau en daar ging het bestuur iets van vinden. Nu krijg ik diezelfde soort notities van MN en moet ík daar iets van vinden. Ik ben dan, samen met mijn collega’s van het bestuursbureau, de ogen van het bestuur. Ik moet kijken wat het bestuur nodig heeft om een goede beslissing te kunnen nemen. Daar was ik bij MN minder mee bezig. Het ‘iets vinden’ is belangrijker geworden dan het ‘iets leveren’.” Vanuit de relatie Voordat Erwin de vraag kreeg om het bestuursbureau op te richten, had hij al wat bestuurlijke ervaring. Na de oprichting was het dus een logische stap om de functie van directeur op zich te nemen. In al die jaren dat Erwin aan het roer zat, is er veel veranderd. “Alleen al het bestuursbureau zelf, dat ik startte met twee medewerkers: Doro Oppelaar en Rajesh Grobbe. Ik had ongeveer dertig vergaderingen per jaar, met het bestuur en met de beleggingscommissie. Nu werken er rond de tien mensen bij het bestuursbureau en regelen we meer dan honderd vergaderingen per jaar, met daarnaast nog allerlei andere overleggen.” Om dat allemaal in goede banen te leiden, moet een directeur zorgen dat hij de juiste mensen aanstelt, zegt Erwin. “Hoe beter je in staat bent om de mensen om je heen te verzamelen die met jou het werk doen, hoe overzichtelijker en beter je je werk als directeur kunt doen. Ik vind het belangrijk om mensen met elkaar te verbinden. Ik werk altijd heel erg vanuit de relatie. René trouwens ook, daarin lijken we op elkaar.”
Erwin ziet de toekomst van het fonds met vertrouwen tegemoet. “Het bestuursbureau is bij René in goede handen”
Weerhuisje De tandemmethode mag voor René en Erwin dan heel helder zijn, ze krijgen er nog weleens vragen over. René: “Dé vraag die ons op verjaardagen altijd wordt gesteld is natuurlijk: ‘hoe werkt dat dan, met twee kapiteins op één schip?’ Heel simpel: er is maar één kapitein en vanaf dit jaar ben ik dat. Onderling verdelen we het werk. Zie het als een weerhuisje. Afhankelijk van het onderwerp bepalen we wie er op acteert.” Als het gaat om de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is René de aangewezen persoon. Hij was al projectleider van de bestuurlijke werkgroep Wtp en is dat nog steeds, al liggen de uitvoerende taken – stukken schrijven, vergaderagenda’s maken – nu bij anderen. “Ik moet meer het totaaloverzicht bewaken.” Een ander groot project is de overgang van de ene uitvoeringsorganisatie naar de andere. Tot 1 juli verzorgde MN de administratie van de pensioenen voor (gepensioneerde) zeevarenden, vanaf 1 juli doet PGGM dat. Erwin: “René heeft die overstap begeleid, ik ondersteunde hem daarbij. Dan moet je denken aan contracten, overeenkomsten en nieuwe processen inregelen. Om dat allemaal in goede banen te leiden, heeft René me gevraagd om tot 1 september door te gaan. Daar heb ik uiteraard volmondig ja tegen gezegd.” Geen zeebenen Zodra zijn pensioen dan echt van start gaat, zal Erwin meer tijd steken in het Knarrenhofproject in het Noord-Hollandse Neck: een woonhofje voor 55-plussers die elkaar onderling helpen, met ouderenvoorzieningen vlakbij. “Het idee is dat je er de rest van je leven kunt wonen.” Of hij er zelf gaat wonen, is de vraag, want het hofje is er nog niet. “Het zou zomaar kunnen dat mijn vrouw en ik binnen een paar jaar naar Spanje verhuizen. We komen daar al jaren en het klimaat spreekt ons zeer aan.” Zelf een bootje kopen, dat ziet hij niet zo snel gebeuren. “Ik ben niet in het bezit van zeebenen. Ik heb weleens een uitnodiging gehad om mee te varen op een loodsboot, maar boven windkracht 5 zien ze mij niet op een schip. Ik kijk wel graag naar Deadliest Catch op Discovery Channel: hoe die mannen met gevaar voor eigen leven krabben vangen op de Beringzee, ongelooflijk.” Elke euro telt Erwin laat het bestuursbureau met een gerust hart achter. “Ik zie de toekomst van het fonds met vertrouwen tegemoet. Het bestuursbureau is bij René in zeer goede handen.” René: “Onze belangrijkste focus is nu dat we onze deelnemers in een goede regeling krijgen die we hebben afgesproken met sociale partners. Daarbij zullen we vechten voor iedere euro om de uitvoeringskosten in bedwang te houden. Dat wil niet zeggen dat ze niet eerst gaan stijgen de komende periode, dat gaat samen met de investeringen die we moeten doen. Maar direct daarna, als we eenmaal zijn overgestapt naar de nieuwe pensioenregeling, willen we zoveel mogelijk euro’s kunnen besteden aan onze deelnemers.” ←