> WELKOM THUIS
“Het liefst ben ik de hele dag buiten een beetje aan het klussen”
Ben Freije (60) vaart als kapitein op een asfalttanker op de Great Lakes tussen bestemmingen in Canada en de Verenigde Staten. Hij heeft een vaste collega, ze lossen elkaar om de paar maanden af. “Bij mijn laatste verlof moest ik vlak na thuiskomst weer terug naar het schip. De moeder van mijn collega was overleden en hij wilde naar huis voor de uitvaart. Dat was voor mij even omschakelen, maar dat hoort nu eenmaal bij het werk. Alles zat nog in mijn hoofd, dus ik kon zo weer aan de slag. Na opnieuw een tijdje boord begon mijn verlof écht. Mijn vrouw en ik wonen in Drenthe. Onze twee dochters zijn het huis uit, zij wonen in Amsterdam. Als ze tijd hebben, komen ze naar Schiphol als ik vertrek of terugkom. Dan drinken we een kop koffie. De eerste dagen thuis voelen als een soort vakantie: lekker uitrusten en niks doen. Daarna ga ik aan de slag met klusjes die zijn blijven liggen. Ook grotere klussen pak ik aan. We hebben een huis uit de jaren zeventig met veel grond eromheen. Dus er is altijd wat te doen. Het liefst ben ik de hele dag buiten een beetje aan het klussen. En mijn vrouw en ik fietsen en wandelen graag, dus we gaan er regelmatig samen op uit.
Ook gaan we graag op vakantie met de caravan, naar de bergen. Verder vind ik het leuk om in mijn eentje op fietsvakantie te gaan. Ik ben in 1985 begonnen met varen, als derde stuurman. In 1993 ben ik in dienst gekomen bij Vroon, daar werk ik nu nog steeds. Sinds 2007 ben ik kapitein. Het varen bevalt me op zich nog steeds goed: het schip manoeuvreren in lastige omstandigheden, met de kok overleggen over de proviand, de lading berekenen, daar heb ik nog steeds plezier in. Maar er is ook veel gedoe omheen: papierwerk en inspecties. Door al die rompslomp ben ik veel te weinig met mijn vakgebied bezig. Ik zeg weleens gekscherend: ik ben de bestbetaalde secretaresse van de maatschappij. Het varen lijkt wel bijzaak. Daarom denk ik dat ik eerder stop met varen, als ik 63 of 64 ben. Maar zo ver is het nu nog niet, de komende jaren vaar ik nog. Voor vertrek maak ik altijd nog wat klusjes af en bezoek ik naaste familie en buren. Daarna stap ik op de trein naar Schiphol. Nee, dat is niet zo zwaar. Want drie maanden later ben ik er weer, de tijd gaat snel genoeg. Goed beschouwd ben ik een half jaar per jaar vrij, wie heeft dat nou?” ←