De jonge Bert Weber
Een dhow
> AVONTUUR OP ZEE
Na oorlog en schipbreuk net op tijd voor de geboorte
Zeevarenden maken nogal eens wat mee op zee en in havens. Bij Bert Weber, inmiddels met pensioen, was dat niet anders. Hij zou er een boek over kunnen schrijven. En dan te bedenken dat hij maar relatief kort heeft gevaren: van 1958 tot 1967, het jaar waarin zijn oudste zoon werd geboren. Alleen al de laatste vaart was er eentje vol avonturen. “Ik werkte bij Koninklijke Rotterdamsche Lloyd en mijn laatste reis was op de Doelwijk, een bulkcarrier. We vertrokken in april 1967, ik was de hofmeester aan boord.”
Scheepswrakken Het schip zette koers richting het Midden-Oosten, de Perzische Golf om precies te zijn. Een lange, avontuurlijke vaart, via Kaap de Goede Hoop. De gebruikelijke route door het Suezkanaal was namelijk te gevaarlijk, vanwege spanningen tussen Israël en omringende landen. In juni 1967 leidden die spanningen zelfs tot de Zesdaagse Oorlog. “Daarna was het Suez kanaal al helemaal niet meer toegankelijk, want het was geblokkeerd door alle gebombardeerde scheeps wrakken.”
Chinese kok Op zijn laatste vaart kreeg Bert voor het eerst in zijn scheepvaartcarrière een Chinese kok naast zich. Dat was dus even wennen, maar Bert vergat dat al snel. “Hij voer al langer op Nederlandse schepen dan dat ik oud was. De kookkunsten van die man bleken niet te evenaren: hij kon een erwtensoep voorzetten die ik later nooit meer zo heerlijk heb gegeten.” Er was wel één dingetje: “Vanwege de taalbarrière kostte het wel een paar uur om samen het wekelijkse menu in elkaar te flansen”, lacht Bert.
Rookbommen Eenmaal in de Perzische Golf diende zich eind juli het volgende avontuur aan. Een dhow, volgeladen met cement en onderweg vanuit het Iraakse Basra naar Dubai, was lekgeraakt. “Het schip had 37 passagiers en bemanningsleden aan boord. Eerst had de bemanning nog geprobeerd om het cement overboord te zetten, maar dat hielp niet meer. Alle opvarenden raakten te water, in een behoorlijk ruwe zee. Een ander schip van onze rederij was toevallig in de buurt, wij zijn er ook naartoe gevaren. Omdat de zee zo ruw was, gooide een vliegtuig van de Royal Air Force, dat daar toevallig gestationeerd was, rookbommen in het water, in de buurt van de drenkelingen. Zo konden we hen vanaf de sloepen gemakkelijker vinden.”
Lachertje “We hebben vijf mensen opgepikt. Sommigen waren meer dood dan levend, door de zon en het zoute water waar ze meer dan zestien uur in hadden gelegen.” Sommige drenkelingen droegen een zwemvest. “Een lachertje, zelfs voor die tijd”, zegt Bert. “Die waren van kapok, loodzwaar en volkomen doordrenkt met zeewater.” Het was Berts taak om de schipbreukelingen te verzorgen. “Ze kregen een hut, eten, drinken, sigaretten en, zo goed en kwaad als het ging, droge kleding.”
Houten bankje De Doelwijk zette koers naar de Iraakse wal, om de drenkelingen af te zetten. Dat bleek niet eenvoudig, de plaatselijke autoriteiten wilden ze niet ‘hebben’. “De kapitein heeft toch een akkoord weten te bereiken en ik ben met hen aan wal gegaan. Ik zou namelijk als enige afgelost worden omdat mijn vrouw op het punt stond te bevallen.” Maar waar Bert een bed aangeboden kreeg in het huis van de scheepsagent in het dorp moesten de schipbreukelingen de nacht doorbrengen op een houten bankje. “Ze moesten slapen in de buitenlucht! Ik herinner me nog hoe verontwaardigd ik daarover was.”
Vier dagen zwembad De volgende dag reisde Bert in een taxi door de woestijn, naar een hotel in Basra. Eenmaal daar ontdekte hij dat er geen vluchten gingen richting West-Europa, vanwege de Zesdaagse Oorlog. “De sfeer in het hotel was ook niet prettig; elke niet-Arabier werd aangezien voor een Israëliër of Amerikaan. Met andere woorden: ik kon het hotel niet uit.” Na een dag of vier in het zwembad kreeg Bert bericht dat er een vlucht was geregeld. “Via Bagdad en Frankfurt landde ik uiteindelijk op 7 augustus in de avond in Amsterdam. Nog diezelfde nacht, zeven uur na de landing, werd mijn zoon geboren.”
Een zwemvest van kapok. Bert: “Ze werden loodzwaar in het water.”
CONTACT
Bert Weber heeft een Facebook-groep opgericht om in contact te komen met oud-collega’s: Vrienden van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd. U kunt zich daar aanmelden. Rechtstreeks contact opnemen met Bert kan ook: attaboy1940@gmail.com