‘Nederland is een droom voor Roemenen’
> BUITENLANDER IN NEDERLAND
<script>(function(w,d,s,l,i){w[l]=w[l]||[];w[l].push({'gtm.start': new Date().getTime(),event:'gtm.js'});var f=d.getElementsByTagName(s)[0], j=d.createElement(s),dl=l!='dataLayer'?'&l='+l:'';j.async=true;j.src= 'https://www.googletagmanager.com/gtm.js?id='+i+dl;f.parentNode.insertBefore(j,f); })(window,document,'script','dataLayer','GTM-WLWMZHX');</script>
Radu-Marin Tamas (60) werkt al bijna twintig jaar voor Wagenborg. Dat hij als Roemeen voor een Nederlands bedrijf ging werken, was een bewuste keuze.
Radu-Marin startte zijn zeevaartcarrière in het Roemeense leger, eerst als marineofficier, daarna werd hij commandant. Maar het was een onrustige tijd, vanwege de Roemeense revolutie. Er was veel armoede en corruptie. Radu-Marin besloot het leger achter zich te laten. “Ik las veel over Nederland en heb veel documentaires over Nederland bekeken. Toen werd het echt mijn droom om voor een Nederlands bedrijf te gaan werken.” Kapitein bij Wagenborg In 2001 besloot Radu-Marin te solliciteren bij een Nederlandse reder. Hij werd aangenomen, maar na een jaar was er geen werk meer voor hem. Gelukkig kon hij in 2002 bij Wagenborg aan de slag. Eerst als tweede stuurman, al vrij snel groeide hij door naar de functie van kapitein. Hij heeft het er helemaal naar zijn zin. “Het bedrijf is stabiel en solide. Je krijgt op tijd betaald, de schepen zijn modern en goed onderhouden. Onder zeevarenden hebben Nederlandse rederijen een heel goede naam, net als Noorse en Duitse. Ik ben nog altijd blij met de keuze die ik destijds heb gemaakt.”