De voorzittershamer heeft Remko Kloos nog niet zo lang in handen: sinds april 2020. Inderdaad, hij startte midden in de eerste lockdown. “Dat was wel een vuurdoop, ja. De aandelenkoersen kelderden dramatisch. Daardoor kwam onze dekkingsgraad in gevaar. We hebben direct maat­regelen genomen. Zo bleef de schade beperkt. Al met al denk ik dat we het goed hebben gedaan.” Toch is de spreekwoordelijke haven nog niet in zicht, vindt Remko. “De situatie rondom de corona­crisis blijft onzeker. Komt er nog een golf? Hoe gaat het met vaccineren? De glazen bol is heel troebel. Daarom voeren we een behoudend beleid: geen gekke sprongen, geen grote risico’s.” De actuele dekkingsgraad schommelt rond de 115%. Goed nieuws, vindt Remko. Want, zo zegt hij, het pensioenfonds is er voor de deelnemers. “Daar doen we het voor, we beheren voor hen miljarden euro’s pensioen­geld. Dat is een enorme verant­woordelijkheid.” Naar een nieuw stelsel Een ander belangrijk onderwerp op het to-do-lijstje van Remko is het nieuwe pensioenstelsel. Er is een akkoord op hoofdlijnen (zie kader). Dit akkoord wordt nu vertaald in allerlei wet- en regelgeving. Waarschijnlijk is het wetgevingsproces eind 2022 klaar. Ondertussen kan het pensioen­fonds aan de slag voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Bij dat proces, dat een aantal jaar zal duren, zijn veel partijen betrokken. Complex dus, want hoe kom je uit­eindelijk uit bij een nieuwe pensioen­regeling die past in dit nieuwe stelsel? Remko: “We hebben een uit­gebreide planning gemaakt om te zorgen dat we op tijd bij het einddoel zijn. Het bestaat uit een aantal fases. We beginnen met inventariseren. Waar staan we nu? Wat zijn de doelen en wensen van alle belang­hebbenden, waaronder onze deelnemers? En zijn er showstoppers: situaties waarin we niet verder kunnen?” Onderhandelen De volgende stappen zijn de analyse- en besluitfasen. Daarin zijn de sociale partners aan de beurt. Zij stellen de inhoud van een nieuwe pensioen­regeling vast. “De vakbonden en de werkgeversorganisaties zullen met elkaar onder­handelen over de nieuwe pensioenregeling. Ze hebben misschien andere voorkeuren over de inhoud daarvan, dus dat zullen stevige gesprekken zijn, verwacht ik. Het is onze taak om hen daarin te ondersteunen. We zullen veel kennis en informatie aan hen geven. Dan kunnen ze een beslissing nemen op basis van feiten en niet op basis van emotie. Verder hebben ze vast veel vragen, zoals: wat zijn de financiële gevolgen van pensioenregeling A of van beslissing B? Wij zullen dat allemaal voor hen doorrekenen.”